Het RSVZ zorgt voor het globaal financieel beheer van het sociaal statuut van de zelfstandigen, onder het gezag van het Algemeen Beheerscomité en van de bevoegde minister. Alle ontvangsten van het stelsel worden geglobaliseerd alvorens men ze op grond van de behoeften verdeelt over de verschillende sectoren van het sociaal statuut. Van de ontvangsten wordt wel een gedeelte voorafgenomen om voornamelijk de administratiekosten van het RSVZ en van de “derde instellingen” te betalen.
Het sociaal statuut van de zelfstandigen blijft evolueren, het jaar 2019 vormde geen uitzondering op die regel.
Het dossier redesign dat door de regering werd opgestart, heeft de operationele rol van het RSVZ versterkt vanaf 1 januari 2019. Onder de significante verbeteringen die in de loop van het jaar aan het sociaal statuut werden aangebracht, kan men onder meer opnoemen:
Er moet ook vermeld worden dat in de loop van het volledige jaar 2019 een periode van lopende zaken en budgettaire behoedzaamheid in acht werd genomen.
Boekhoudkundig resultaat 2018 (in duizend euro) | Boekhoudkundig resultaat 2019 (in duizend euro) | Evolutie tussen 2018 en 2019 (in duizend euro) | Evolutie tussen 2018 en 2019 (in %) |
|
---|---|---|---|---|
Ontvangsten | ||||
Bijdragen | 4.482.968 | 4.573.475 | 90.507 | 2,02 |
Rijkstoelage | 369.156 | 376.678 | 7.522 | 2,04 |
Alternatieve financiering | 2.304.337 | 2.371.662 | 67.325 | 2,92 |
Financiële opbrengsten | 67.552 | 119.147 | 51.595 | 76,38 |
Diverse ontvangsten | 1.489 | 2.555 | 1.066 | 71,64 |
Totaal ontvangsten | 7.225.503 | 7.443.517 | 218.014 | 3,02 |
Uitgaven | ||||
Voorafnames van het sociaal statuut | 292.528 | 357.925 | 65.397 | 22,36 |
Te financieren behoeften | 6.560.613 | 6.760.575 | 199.963 | 3,05 |
Ziekte- en invaliditeitsverzekering – lopende rekening verzekeringsinstellingen (vorige boekjaren) | 54.538 | 87.611 | 33.072 | 6,06 |
Overdracht naar het Asbestfonds | 98 | 93 | -5 | -5,31 |
Totaal uitgaven | 6.907.777 | 7.206.204 | 298.427 | 4,32 |
Geconsolideerd resultaat van het globaal beheer | 317.726 | 237.313 | -80.413 | -25,31 |
Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging - Uitgaven (kapitalisatie) | -86 | -213 | -127 | 148,06 |
Resultaat van het globaal beheer | 317.812 | 237.526 | -80.286 | -25,26 |
Opmerking: de boekhoudingen van het RSVZ en van de Nationale Hulpkas (CNH) zijn gesplitst, maar toch zijn er gemeenschappelijke kosten voor de twee entiteiten, die slechts één budget hebben. Bij de consolidatie op het einde van het boekjaar wordt het nettoverlies van de administratiekosten van de CNH ten laste genomen door het RSVZ (Art. 6, § 1 van het KB van 18 november 1996 strekkende tot invoering van een globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen).
Het positieve resultaat dat op het einde van het boekjaar door het sociaal statuut der zelfstandigen wordt gehaald, wordt overgemaakt aan het Fonds voor het welzijn van de zelfstandigen. In 2019 werd 237.526 duizend euro aan het Fonds toegewezen, zijnde het geconsolideerde resultaat van 237.313 duizend euro van het globaal financieel beheer, verhoogd met een bedrag van 213 duizend euro dat werd weggenomen uit het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging als gevolg van de beslissing om de gegenereerde financiële opbrengsten niet in het Fonds te kapitaliseren.
De globale ontvangsten evolueren beduidend:
2018 | 2019 | |
---|---|---|
Bijdragen | 4.482.967.878,72 | 4.573.474.538,16 |
Rijkstoelage | 369.156.000,00 | 376.678.000,00 |
Alternatieve financiering | 2.304.377876,38 | 2.371.662.431,25 |
Diverse ontvangsten | 1.488.671,37 | 2.555.088,99 |
Financiële opbrengsten | 67.552.116,02 | 119.146.826,12 |
Ze zien er als volgt uit:
Dit is een verbetering van 90.271 duizend euro ten opzichte van 2018.
Aandachtspunten:
Aanvraag | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|
Neerwaartse aanpassing | 10.013 | 25.987 | 31.911 | 85.292 | 93.793 |
De ontvangsten nemen toe, hoofdzakelijk dankzij een stijgend aantal aangesloten vennootschappen. Het inningspercentage bedroeg 99,82%, een cijfer dat net iets lager is dan het uitzonderlijke percentage van 101,09% in 2018.
De daling van de ontvangsten die in 2016 werd waargenomen, zet zich voort.
De invoering van de definitieve fase op 1 januari 2019 heeft een aanzienlijke vermindering van de ontvangsten met zich gebracht, ten gevolge van de specifieke voorwaarden die ze invoert. Er zijn immers beduidend minder dossiers die voortaan op deze bijdrage betrekking hebben.
Het aantal dossiers van deze bijdrage, die stilaan uitdooft, vermindert in de loop der jaren.
De regering heeft op 1 januari 2017 de hervorming van de sociale zekerheid ingevoerd (wet van 18 april 2017), die in 3 financieringsvormen voorziet:
Dit bedrag bestaat uit twee basisbedragen die voortvloeien uit de btw-ontvangsten (3,33%) enerzijds, en uit de roerende voorheffing (10,12%) anderzijds. Twee forfaitaire bedragen uit deze twee onderdelen moeten bepaalde lastenverminderingen compenseren die met de voornoemde taxshiftmaatregelen ingang hebben gevonden. Tot slot wordt een bedrag, dat afgehouden wordt van de btw-ontvangsten, aan de financiering van de geneeskundige verzorging toegewezen.
De klassieke tussenkomst van de federale Staat waarborgt een duurzame financiering van de solidariteitsuitgaven. Het bedrag ervan wordt jaarlijks aangepast op basis van de gezondheidsindex. De rijkstoelage wordt betaald volgens een vaststaande kalender. Gezien de periode van "lopende zaken en budgettaire behoedzaamheid" in 2019, werden de bedragen in driemaandelijkse schijven ingeschreven in de verschillende wetten tot opening van voorlopige kredieten.
Deze dotatie moet het evenwicht van het systeem waarborgen. Het bedrag ervan wordt jaarlijks vastgelegd per stelsel van de sociale zekerheid, na het in aanmerking nemen van responsabiliseringsfactoren. Op basis van het van kracht zijnde mechanisme, bedraagt deze dotatie nul euro in 2019 voor het stelsel van de zelfstandigen.
De financiële opbrengsten bestaan voornamelijk uit de opbrengst van het beheer van de twee obligatieportefeuilles die opgestart werden op 12 oktober 2015. Deze portefeuilles zijn in discretionair beheer toevertrouwd aan twee financiële instellingen. De economische ontvangsten moeten samen met de economische uitgaven van dezelfde periode bekeken worden. Deze zijn te vinden onder de financiële lasten.
Die opdrachtenontvangsten betreffen uitzonderlijke ontvangsten die voortvloeien uit:
De voorafnames van het sociaal statuut, uitgevoerd op de ontvangsten van het globaal financieel beheer, bedroegen 357.925 duizend euro. Ze betreffen:
Het gaat om 65.887 duizend euro aan beheersuitgaven (zijnde 43.979 duizend euro aan personeelskosten en 21.908 duizend euro aan werkingskosten), verminderd met 223 duizend euro aan beheersontvangsten (zijnde de tussenkomsten van derden in de administratiekosten van het RSVZ).
Dat tekort stemt overeen met 13.527 duizend euro werkingskosten, verminderd met 2.682 duizend euro nettobeheersontvangsten.
Die kosten dekken de kosten van de instellingen waarop het RSVZ een beroep doet om zijn opdrachten uit te voeren:
Die uitgaven hebben hoofdzakelijk betrekking op de kosten voor geschillen die voortvloeien uit de wettelijke opdrachten van het RSVZ.
Deze lasten vloeien vooral voort uit het discretionair beheer van obligatieportefeuilles door financiële instellingen.
De te financieren behoeften en de afrekeningen van het RIZIV betreffende de voorgaande boekjaren evolueren sterk sinds enkele jaren:
2018 | 2019 | |
---|---|---|
Pensioenen | 3.802.437.710,88 | 3.913.958.796,03 |
Gezinsbijslag | 541.812,26 | 579.369,22 |
Overbruggingsrecht (Faillissementsverzekering) | 5.279.563,41 | 4.927.447,66 |
ZIV-Uitkeringen | 483.142.000,00 | 539.290.000,00 |
ZIV-Geneeskundige verzorging | 2.260.889.661,81 | 2.289.030.274,91 |
Overdracht RIZIV - Voorgaande boekjaren | 54.538.236,05 | 87.610.725,09 |
Andere | 13.699.641,87 | 14.574.597,94 |
In deze realisaties is niet alleen de impact opgenomen van de maatregelen die vóór 2019 genomen werden, maar ook de impact van de maatregelen die de regering in de loop van dit boekjaar heeft ingevoerd. Het gaat onder meer om:
Hoewel deze bevoegdheid vanaf 1 juli 2014 naar de Gemeenschappen overgedragen werd, conform de bepalingen van de 6e staatshervorming, verschijnen er realisaties in 2019. Het gaat om de regularisatie van oude dossiers.
Dat bedrag omvat:
De voornoemde wet van 18 april 2017 legt tevens de financiering van de sector geneeskundige verzorging door de twee globale beheren en door de Staat vast. Zo werd het bedrag van de beperkte tussenkomst van het stelsel van de zelfstandigen op forfaitaire wijze vastgelegd voor 2019, zoals gebeurt sinds 2017.
De realisaties van 2019 van de sectoren uitkeringen en geneeskundige verzorging omvatten:
De vier pijlers van het overbruggingsrecht (faillissement, collectieve schuldenregeling, gedwongen onderbreking, economische moeilijkheden) geven recht op de volgende twee dekkingsluiken:
Daarnaast werd het overbruggingsrecht op 1 juli 2019 uitgebreid tot verschillende niveaus:
Het ontvangen van een uitkering met behoud van de rechten inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering moet het opveren na een stopzetting van activiteit gemakkelijker toelaten. Deze uitkering, die gekoppeld is aan het minimumpensioen, is eveneens aangepast aan de welvaart.
Het betreft de overdracht van pensioenrechten tussen de Belgische pensioenregeling van de zelfstandigen en de pensioenregelingen van instellingen van internationaal publiek recht (wet van 10 februari 2003).
Sinds 1 mei 2019 wordt een vaderschaps- en geboorteverlof toegekend aan de zelfstandigen die tijdelijk hun beroepsactiviteit onderbreken naar aanleiding van de geboorte van een of meerdere kinderen met wie ze een afstammingsband of een band van meeouderschap hebben. Er wordt een uitkering toegekend per dag inactiviteit, met een maximum van 10 dagen.
Na haar bevalling kan de vrouwelijke zelfstandige kosteloos 105 dienstencheques verkrijgen via haar socialeverzekeringsfonds voor hulp in het huishouden. Het stelsel neemt het deel dat de gebruiker moet financieren, namelijk 9,00 euro, volledig te zijnen laste.
De zelfstandige die tijdelijk of gedeeltelijk zijn zelfstandige beroepsactiviteit onderbreekt om zorgen te geven aan een familielid tot in de 2de graad, aan een lid van zijn gezin, of aan een gehandicapt kind van minder dan 25 jaar, kan een forfaitaire uitkering voor mantelzorg krijgen. Die uitkering stemt overeen met het bedrag van het minimumpensioen van een alleenstaande zelfstandige.
In het zelfstandigenstelsel vergoedt dit Fonds de slachtoffers van asbestose. Sinds 2016 wordt het bedrag van de financiering a posteriori vastgelegd en stemt het overeen met de uitkeringen die het Asbestfonds in dat kalenderjaar werkelijk heeft betaald. Veertien zelfstandigen werden vergoed.
De ontvangsten verhouden zich globaal als volgt:
De uitgaven verhouden zich als volgt:
De kapitaalverrichtingen: het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging.
Dit Fonds werd opgericht in 2006 bij het RIZIV om ten vroegste vanaf 2012 bij te dragen aan de investeringen die nodig zijn om het systeem van de geneeskundige verzorging aan te passen aan de vergrijzing van de bevolking.
Sinds 1 januari 2008 behoort het Fonds voor 90% toe aan het globaal financieel beheer van de werknemers en voor 10% aan het globaal financieel beheer van de zelfstandigen en wordt het in naam en voor rekening van deze beide globale beheren door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) beheerd op basis van een overeenkomst.
Het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging wordt gefinancierd met referentiebedragen die het RIZIV van de ziekenhuizen ontvangt. In 2019 werd echter geen enkel bedrag gestort.
In 2019 bedraagt het aandeel van het RSVZ in de door het Fonds gegenereerde financiële opbrengsten 3.843.222,52 euro. Het RSVZ heeft besloten om dit deel niet meer in het Fonds te kapitaliseren. De andere kosten en de gelopen en niet vervallen interesten, voor een negatief bedrag van 212.976,88 euro, blijven echter in het Fonds en verminderen dit bedrag. Bijgevolg zal er in 2020 een financiële terugstorting aan het globaal financieel beheer plaatsvinden voor een bedrag van 4.056.199,40 euro.
In 2019 werd er 212.976,88 euro uit het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging weggenomen door het globaal financieel beheer van de zelfstandigen binnen het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging, een bedrag dat overeenstemt met de kosten en de gelopen en niet vervallen interesten, zoals hierboven wordt gepreciseerd.
Op 31 december 2019 bedroegen de reserves van het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging die toebehoren aan het globaal financieel beheer van het sociaal statuut van de zelfstandigen, 152.754 duizend euro.